Voor veel lopers is het kiezen van het juiste tempo tijdens bijvoorbeeld een 10-kilometerwedstrijd niet eenvoudig. Na het startschot gaat de eerste halve minuut vaak verraderlijk gemakkelijk, hetgeen met name geldt voor die lopers die een veerkrachtige loopstijl hebben en met behulp van de elastische energie in hun spieren de eerste honderden meters moeiteloos en snel afwerken.
Maar een te snelle start die je daarna ook nog enkele minuten te snel doortrekt wordt onverbiddelijk na een minuut of 5 afgestraft: je gaat verzuren en grote kans dat je de rest van de wedstrijd met verzuurde spieren worstelend en zwoegend moet afwerken.
De eerst 5 seconden (en voor goed getrainde lopers tot 10-15 seconden) iets te snel is geen probleem, maar daarna moet je direct terugschakelen naar je kruissnelheid: een tempo dat voor de wedstrijdafstand die je loopt redelijk comfortabel aanvoelt.
Hoe kun je dat oefenen in je training?
Wat zoeken op internet levert meestal het advies op langere intervallen in wedstrijdsnelheid te trainen.
Een voorbeeld:
Een interval van 2 minuten wordt als te kort beschouwd om het wedstrijdtempo aan te leren. Het advies is om op z'n minst 4 minuten in een tempo te lopen dat slechts een paar tellen per kilometer langzamer is dan het wedstrijdtempo. Daarna slechts twee minuten rust (niet wandelen maar actief doorlopen) en vervolgens 6 minuten in bijna wedstrijdtempo, daarna weer enkele minuten actieve rust en aansluitend 8 minuten in weer bijna je wedstrijdtempo. Er wordt vervolgens gesteld dat je nu echt het gevoel van de wedstrijd ervaart.
OF:
Een rustige duurloop waarvan laatste stuk in wedstrijdsnelheid. Bijvoorbeeld trainen voor een marathon: een duurloop van 25 km waarvan je de laatste 6-8 in wedstrijdtempo loopt. Of bij trainen voor een 10 km: 7 km duurloop, de laatste 3 km in bijna wedstrijdtempo.
Wel, ik vind dit nogal wat. In voorbeeld 1 worden intervallen afgewerkt van 4, via 6 tot aan 8 minuten in bijna 10-kilometerwedstrijdtempo, met telkens slechts 2 minuten rust. Dit is zwaar, je loopt hierbij qua inspanning op een hoger niveau dan in een wedstrijd. Waarom? Wel, in training heb je meestal een trainingspak en trainingsschoenen aan, je hebt er een werkdag opzitten, je traint misschien alleen, je hebt geen wedstrijdspanning (adrenaline!).
Zelfs al is het tempo enkele tellen per kilometer langzamer dan je wedstrijdtempo en zefs al duurt het veel korter dan je wedstrijd: vanwege het feit dat je niet in echte wedstrijdomstandigheden loopt, voelt het zwaarder aan dan zou mogen. Je loopt waarschijnlijk te werken, te zwoegen met te veel verzuring in de benen, met als gevolg dat je dus niet een relatie comfortabele inspanning die bij je wedstrijdkruissnelheid hoort, aanleert.
Voorbeeld 2 ben ik ook niet zo enthousiast over: je loopt eerst zo'n 1,5 uur in een rustig tempo....je spieren zijn dan echt niet zo fris meer om dan gemakkelijk te kunnen versnellen naar wedstrijdtempo en dit vervolgens in ontspannen kruissnelheid 6-8 km vol te houden...niet eenvoudig. Hetzelfde geldt voor de 10km-duurloop. Die eindigt voor de meeste lopers in 'eraan moeten trekken, zwoegen, werken' ipv de gewenste relatief comfortabele kruissnelheid. Wat in de 10-kilometerwedstrijd zeker 8km ontspannen moet gaan, moet je in de training niet geforceerd oefenen!
Zware trainingen om het wedstrijdtempo aan te leren is in mijn ogen dus fout. Als het toch zwaar is, loop dan liever een wedstrijd...
Maar goed, alleen af en toe in een wedstrijd aanleren voelen wat het wedstrijdtempo is, is niet voldoende. Je wilt dit niet alleen aanvoelen, maar ook inslijpen en op een hoger niveau brengen.
De manier om een goede, comfortabele kruissnelheid aan te leren is... lees hier verder
(u wordt vriendelijk verzocht u te registreren)